Maand: december 2017

80 jaar het kloppend hart van Trompenberg: de Hertenkamp

Als er één plek van bijzondere historische waarde in onze wijk zou moeten worden aangewezen, dan is het wel… De Hertenkamp? Jazeker! Want lazen wij al niet in de 11de jaargang van de Trompenberger (4 juni 2007) dat vlootvoogd Cornelis Tromp (1629 – 1691) regelmatig vanaf zijn buiten De Trompenburgh in ’s Graveland naar onze wijk kwam? En zitting nam langs (ongeveer) wat nu al bijna 80 jaar De Hertenkamp is?

Door Marijke Koeman

(Klik op de foto’s voor een grotere vertoning – oudere geschiedenissen vindt u in gedrukte Trompenbergers, in .pdf formaat hier.)

We citeren. “Als rechtgeaard zeevaarder bleef Tromp geboeid door de scheepvaart en hij kreeg van Stad en Lande van Gooiland toestemming om op de hoogste heuvel in de buurt van Hilversum een rustpunt in te richten van waaruit hij de zeevaart op de Zuiderzee kon waarnemen. Dit rustpunt, omgeven door enkele bomen en op oude kaarten nog aangegeven, lag op de toen nog wat hogere heuvel, die later afgevlakt is tot het huidige plateau bij de Watertoren (ca. 27 m boven N.A.P.) Omdat Tromp regelmatig vanaf zijn buiten in ’s Graveland hierheen kwam, vermoedelijk via de huidige Trompenburgerlaan en Tromplaan, kreeg de heuvel de naam ‘Trompenberg’.
Het zal vandaag misschien verbazing wekken dat men vanaf de Trompenberg schepen op de Zuiderzee kon zien. Toch was dit toen goed mogelijk omdat: 1) de Trompenberg, zoals gezegd, toen nog wat hoger was dan nu en 2) er in het Gooi voor 1850 weinig begroeiing met bomen was en 3) de toenmalige hoge zeilschepen van grote afstand te zien zijn.”

Bomen groeiden de hemel in

Uitzicht in 1957

“Wat de boombegroeiing betreft: het Gooi is lange tijd vooral een heidevlakte geweest, ten behoeve van de schapenhouderij door Erfgooiers. Bos had veel minder economisch nut en was daarom tot het midden van de 19e eeuw schaars. Nog in de jaren 1950 stond de huidige parkeerplaats aan de Ceintuurbaan bij de Hertenkamp op kaarten aangegeven als een uitzichtpunt en vandaar uit kon men een groot deel van het Gooi overzien. Het is niet zozeer de sindsdien tot stand gekomen bebouwing maar vooral de inmiddels veel hogere bomen die het uitzicht beperken. Zelfs in 1976 kon men op dit punt de ‘skyline’ van Bussum zien, wat nu echt niet meer mogelijk is. In die richting is niet veel gebouwd maar zijn de bomen sindsdien aanzienlijk (minstens 3 meter) hoger gegroeid.”

Hertenkamp al onderwerp in 1930

Schetsontwerp 1930

Dan nu verder met recenter eigen onderzoek. We doken in de archieven voor zover we ze konden vinden: oude kranten op het internet, het Streekarchief Gooi en Vechtstreek, de plaatselijke historische vereniging Albertus Perk met het blad Eigen Perk. Want hoe zit ’t nou met het ontstaan van De Hertenkamp? Al in 1930 wordt er door de gemeente gesproken over de aanleg van een park of hertenkamp op de plek waar we nu nog steeds Kinderboerderij De Hertenkamp vinden. We vinden zelfs een schets van het park uit 1930 bij het Streekarchief. (Zie foto). Maar het duurt nog even voordat de benodigde grond kan worden aangekocht…

De overtuin van mevrouw Waller-de Kock

Gooi en Eemlander 4 augustus 1938 (dubbel klik voor leesbare grootte)

Op 30 juni 1937 meldt de Gooi en Eemlander dat de gemeente overeenstemming heeft bereikt met mevrouw P. J. Waller-de Kock – wonende aan de Ceintuurbaan – over de overname van een stuk grond, haar ‘overtuin’, deels tegen zeer geringe kosten, deels gratis. Voorwaarde voor de schenking is dat de grond bestemd wordt tot park of hertenkamp waarbij het vrije uitzicht bewaard blijft. We vinden in het archief van SAGV een nieuw schetsplan van de hertenkamp van de hand van Dudok en de directeur van Publieke Werken, gedateerd november 1937.
Inmiddels heeft de crisis in Nederland toegeslagen. Om het schrikbarend aantal werklozen terug te brengen onstaan er hier en daar speciale projecten, waar zij te werk kunnen worden gesteld. De grond die is aangekocht, is te klein en moet vergroot worden, wil Hilversum in aanmerking komen voor een financiële bijdrage van de provincie om het hertenkamp-project ten goede te laten komen aan de werklozen. Op dinsdag 3 mei 1938 gaat de gemeenteraad van Hilversum akkoord met de aankoop van een laatste stuk grond, waardoor het plan voor het behoud van het uitzicht op Laren vanaf de Ceintuurbaan in werking gesteld kon worden.

Aan het werk

Het artikel van 10 mei 1939 (dubbel klik voor leesbare grootte)

Op 23 februari 1939 meldt de krant dat er hard gewerkt wordt aan de aanleg van de hertenkamp: op 9 mei 1939 wordt de aankomst van de eerste drie herten gemeld.  De eerste drie herten gearriveerd – Jong leven in Hilversums Hertenkamp
Hedenmorgen zijn de drie eerste herten — één bok en twee reeën — per auto uit Dordrecht in de Nieuwe Hilversumsche Hertenkamp aan de Ceintuurbaan gearriveerd.
In kratten verpakt kwamen de mooie, jonge dieren aan en weldra dartelden ze, weer genietend van de vrijheid na de vrij benauwde reis, over den nog kale grasmat van het voorloopig voor hen afgeschoten gedeelte bij het aardige stalletje. Voorloopig zullen ze hier van het gras nog wel niet kunnen leven en zal er dus moeten worden bijgevoerd. De directeur van Publieke Werken, ir. J. F. Groote, was mede „ter verwelkoming” aanwezig.
We kunnen nog mededeelen, dat gegronde hoop bestaat, dat nog deze kleine Hilversumsche hertenfamilie omtrent den langsten dag door geboorte zal worden uitgebreid.
Op 10 mei verschijnt opnieuw een artikel, met een foto waaruit blijkt dat de stal inmiddels gebouwd is.

Gooi en Eemlander 4 januari 1945

Oorlog verandert Trompenberg
In 1942 verhuisde het opperbevel van de Duitse Wehrmacht onder leiding van generaalvlieger F.C. Christiansen van Den Haag, uit angst voor een invasie aan de Nederlandse kust, naar Hilversum. Hij had met naar schatting 850 man bezit genomen van vele villa’s en gebouwen in de wijken Trompenberg, De Parken en andere delen van Hilversum. Op 29 december 1944 bombardeerden Britse vliegtuigen het gebied rond de watertoren. De Duitse bezetter leed er weinig onder: de bombardementen troffen helaas vooral particuliere woningen, zoals die aan de Jacobus Pennweg ter hoogte van de watertoren. Daardoor ontstond aan het einde van de Godelindeweg een gat in de bebouwing. Die opening bood de gemeente de mogelijkheid een oude wens in vervulling te laten gaan, namelijk het doortrekken van de Godelindeweg naar de Krugerweg. Daardoor kon het noordelijk gedeelte van de rondweg worden aangelegd. Zoals lokaal historicus Pieter Hoogenraad weleens uitroept: “Dankzij de geallieerden hebben we nu een ringweg in Hilversum…”

Hertenkamp wordt Kindeboerderij

Handtekeningen overhandigd aan wethouder Gieskens (29 maart 1984).

Tot in de jaren 80 van de vorige eeuw werd de hertenkamp bestierd door gemeente-ambtenaren. Er breekt een tijd van economische crisis uit: er moet bezuinigd worden en dus wordt geopperd de hertenkamp maar op te heffen. Dat valt niet goed bij de Hilversumse bevolking: vanaf 1938 hebben generaties lang genoten van een uitje naar de hertenkamp, een gezellige wandeling langs het eerst ijzeren buitenhek (later vervangen door hout), eendjes voeren en het uitzicht naar Laren en Blaricum bewonderen. Dat schaf je toch niet af?
Een actiecomité verzamelde 6000 handtekeningen en nodigde de raad uit om een kijkje te komen nemen. Dat was niet tevergeefs. De hertenkamp bestaat nog steeds. Nu niet meer als gemeentelijke activiteit maar als Kinderboerderij de Hertenkamp, aangestuurd door een onafhankelijke stichting. De gemeente betaalt voor de instandhouding van het hertenbestand en het onderhoud van de monumenten op het terrein, donateurs dragen een flink steentje bij en overige inkomsten worden gegenereerd door het aanbieden van dagbesteding aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.

In strijd met de afspraken

Aanleg houten buitenhek 1970

In de jaren 90 is de crisis weliswaar voorbij, maar er is inmiddels sprake van behoefte aan nieuwe woningen. De gemeente komt met het idee om op het Heksenweitje achter de hertenkamp 260 woningen in de sociale sector te bouwen. Dat gaat een aantal buurtbewoners te ver: het is een prachtig stukje landschap, het laatste stukje onaangetaste “Eng” van ’t Gooi. De buurtvereniging Trompenberg Oost wordt opgericht. Samen proberen de buurtbewoners de gemeente op andere gedachten te brengen – en op zoek naar (nog meer) argumenten stuit lokaal historicus Pieter Hoogenraad op de afspraak met mevrouw Waller-de Cock. De ontsluitingsweg van de geplande woningen op het Heksenweitje was via de hertenkamp gepland. En dat was in strijd met de afspraken met mevrouw Waller.

Dus? Hoe bepalend is de Hertenkamp voor de historie van de wijk? Zeer! De hertenkamp is er nog, de buurtvereniging kwam, de woningen niet. Alleen het uitzicht is verdwenen…

Viering 80 jarig bestaan
Het bestuur van de kinderboerderij heeft besloten in 2018 (in het weekend van 2 en 3 juni) stil te staan bij het feit dat de gemeenteraad 80 jaar geleden, in 1938, besloot tot het aanleggen van een hertenkamp. Een echte, officiële start of opening is er nooit geweest. De eerste herten arriveerden in 1939. En de totstandkoming, van “droom tot werkelijkheid”, besloeg maar liefst negen jaar!

PS: We hebben het uitgezocht: Het of De Hertenkamp. Een verklaring is voor het verschil is te vinden in de stijlgids van het NRC: Beide lidwoorden worden gebruikt, maar de betekenis verschilt. Het kamp: legerplaats; aanhangers van één bepaalde partij. Samenstellingen: het concentratiekamp, het regeringskamp, het kinderkamp. De kamp: gevecht, wedstrijd; afgebakend veld. Samenstellingen: de wedkamp, de achtkamp, de schaaktweekamp. Curiosum: de hertenkamp, volgens Van Dale afgeperkt stuk land waar herten worden gehouden, maar je vraagt je af waarom. Er is geen (bronst)strijd tussen herten…
Alle beschrijvingen van historische hertenkampen in Nederland (en mede-hertenkamp-landen België en Duitsland) hebben het over DE hertenkamp. Dus dat houden wij hier ook maar aan.

Gesloopt op Trompenberg (4): Villa ‘Noorder Engh’

Foto van de achterzijde van villa ‘Noorder Engh’ (rechts) en het bijbehorende koetshuis (links, met het torentje), gezien vanaf de Ceintuurbaan, ongeveer ter hoogte van nummer 15.

Eerder verschenen in deze serie al drie artikelen, resp. over villa Reehoeve, Ceintuurbaan 1/hoek Godelindeweg, bewoond door o.a. prof. Van Rees (in De Trompenberger 2013, pag. 10 ), villa Casa Cara, Jacobus Pennweg 14/ hoek Koepelweg, bewoond door o.a. Paul Kruger (in De Trompenberger 2014, pag. 8) en villa Benvenuta, Trompenbergerweg 11, bewoond door o.a. mej. Blijdenstein (in De Trompenberger 2016, pag.8).
De Trompenbergers zijn in .pdf formaat hier te downloaden.
De serie wordt nu voortgezet op de website.

Door Henk Fijn van Draat

In de serie artikelen met de titel “Gesloopt op Trompenberg” besteden wij aandacht aan inmiddels afgebroken woningen en gebouwen uit de eerste bebouwingsperiode van onze wijk (eind 19e eeuw), waarin zeer grote villa’s op uitgestrekte kavels verrezen. Enkele daarvan bestaan nog steeds, zoals villa Hoogerheide (bouwjaar 1896, Ceintuurbaan 2), villa Berkheide (1892, Van Hengellaan 2) en villa Ostwald (1898, Witte Kruislaan 6). De meeste zijn in de periode 1920-1940 echter gesloopt, omdat ze vanwege hun grootte minder geschikt bleken voor bewoning zonder talrijk huispersoneel. Ze hebben plaatsgemaakt voor een veel groter aantal middelgrote villa’s en andere woningen. Omdat ze een beeld geven van onze wijk van ruim een eeuw geleden, brengen we ze in deze serie artikelen weer voor het voetlicht. 

Kavel Jacobus Pennweg 20 (toenmalige nummering)

Figuur 1: Kadastrale schets van Trompenberg in 1898 met de namen van de bewoners van de kavels, behorende bij een adres/verzoek van NV Herstellingsoord ‘de Trompenberg’ aan de gemeente Hilversum, d.d. 15 oktober 1898 (Noord is naar rechts!) Geheel links is de ’s-Gravelandseweg; boven de Bussumergrintweg; onder de Hoge Naarderweg en rechts (in blauw) de Doodweg. Bron: Streekarchief Gooi en Vechtstreek (SAGV) – archief gemeentebestuur Hilversum 1851-1939, inv.nr 2035

Op de verkavelingschets uit 1898 van NV Herstellingsoord ‘de Trompenberg’ (zie figuur 1) en de vergrote uitsnede daarvan (figuur 2) is te zien dat het gebied tussen de Jacobus Pennweg, Ceintuurbaan en Koepelweg in 1898 was opgedeeld in een relatief klein stuk aangeduid met de naam ‘Salm’ en een groot deel (ca. 10.000 m2 ) aangeduid met ‘Van Bosse’. Tevens komt er aan de overzijde van de Ceintuurbaan een stuk grond (ca 8.000 m2) voor, aangeduid als ‘overtuin Van Bosse’. In totaal had Van Bosse dus zo’n 18.000 m2 grond aan beide zijden van de Ceintuurbaan.

Figuur 2: vergrote uitsnede van figuur 1, en gedraaid met nu het noorden naar boven.
Deze figuur laat de verkaveling zien van het gebied tussen de Jacobus Pennweg, de Ceintuurbaan en de Koepelweg,
De kavel in de zuidwestelijke hoek (bij de hoek Koepelweg en Jacobus Pennweg is van de architect A. Salm, G. Bzn en de rest (meer dan 10.000 m2) is van de heer J. M. van Bosse.
De adresboeken uit die tijd vermelden dat op het stuk van de Jacobus Pennweg tussen de Koepelweg en de Ceintuurbaan aan de even (oostelijke) zijde in 1898 drie adressen voorkwamen: nummer 16 bewoond door architect A. Salm G. Bzn, nummer 18 bewoond door H. de Kolff en nummer 20 bewoond door J.M. van Bosse.

Figuur 3: Bebouwingsplan voor het gebied tussen de Jacobus Pennweg, Ceintuurbaan en Koepelweg. Het pand aangegeven met nr. 20 is het hoofdgebouw (chalet) van de heer Van Bosse. Het ongenummerde gebouw aan de Jacobus Pennweg is het koetshuis waarin ook een koetsierswoning was ondergebracht. Bron: SAGV 167 – 106301

Dat er drie woningen stonden, klopt met een planschets uit die tijd (figuur 3), waarop drie panden op bovenvermeld gebied staan afgebeeld. Nummer 18 is het koetshuis – bewoond door De Kolff – en behorende bij het hoofdgebouw op nummer 20.

De hier genoemde huisnummers zijn volgens de nummering uit die tijd en verschillen van de in de veertiger jaren van de 20e eeuw doorgevoerde hernummering van de Jacobus Pennweg.

 

Figuur 4: Voorzijde (NW gevel) met ingang van Chalet Jacobus Pennweg 20 (bron: SAGV 167-76881)

Indrukwekkend
De in het Streekarchief aanwezige bouwtekeningen (figuren 4-6) geven een indruk van het door (de buurman!) A. Salm G. Bzn in 1892 ontworpen “Chalet J. M. van Bosse a/d Trompenberg te Hilversum”. Het is zeer rijk van ornamenten voorzien en een met talrijke balkons, gaanderijen en torens uitgerust en in chaletstijl opgetrokken bouwwerk. De hoofdingang bevond zich in de noordwestelijke gevel, gericht op de kruising Jacobus Pennweg/Ceintuurbaan en het ‘boschje van mej. Blijdenstein’ (het huidige groengebiedje tussen de Jac. Pennweg en de Trompenbergerweg) en haar villa Benvenuta. De aanblik van dit ca. 14 meter hoge chalet moet indrukwekkend zijn geweest. Het torende hoog uit over de toen nog lage beuken aan de Jacobus Pennweg en de Ceintuurbaan. Verschillende bronnen geven aan dat dit huis de naam ‘Noorder Engh’ droeg.

Figuur 5: vln.r linkerzijde, achterzijde en rechterzijde van Chalet Jacobus Pennweg 20 (bron SAGV 167-76881)

Niet klein behuisd…
De heer Van Bosse was bepaald niet kleinbehuisd. De hoofdafmetingen van zijn chalet waren ruim 14 x 14 meter, met een sous-sol (souterrain), een bel-étage en een 1e étage, alsmede een immense zolder. Het souterrain herbergde naast allerlei ‘berghokken’ een ‘knechts-kamer’, een turfhok, een provisiekelder, een wijnkelder, een ‘strijkkamer’ alsmede een zeer ruime keuken (5 x 6 m) met nog een aparte spoelkeuken. De bel-étage, met de voordeur bovenaan een statige trap, bevatte naast een salon en eetzaal (7,3 x 5,5 m) een ‘office’, een ‘billardkamer’ (van ruim 5 x 5 m) en een ruime vestiare.

Figuur 6: Indeling van de bel-étage Chalet Jacobus Pennweg 20 (bron SAGV 167-76882)

Op de eerst étage bevond zich de ‘Slaapkamer Mijnh. en Mevr’., een badkamer, een ‘Cabinet de Toilette’ (met een aparte garderobe), een grote en een kleine logeerkamer, alsmede een ruime (ca 5 x 5 m) ‘Kamer-Mijnheer’. Dit lijkt inderdaad geen woning om zonder veel huispersoneel te bewonen en te onderhouden. De knecht had een eigen kamer in het souterrain en de verschillende dienstbodes sliepen doorgaans op de grote zolder.

De bouwtekeningen van architect A. Salm dateren uit november 1892; de bouwvergunning voor een ‘villa met koetshuis’ is eveneens in 1892 verleend; de werkelijke bouw zal grotendeels in 1893 hebben plaatsgevonden.

Koetshuis

Figuur 7: Koetshuis Jacobus Pennweg 18 behorende bij Chalet Jacobus Pennweg 20. De voorgevel was gericht op de Jacobus Pennweg (bron: SAGV 167-76884)

Het bij de woning behorende koetshuis (figuur 7) was eveneens zeer groot: ruim 12 x 16 meter en telde twee verdiepingen, met op begane grond een remise voor de koets(en), een paardenstal met boxen voor acht (!) paarden en een tuigkamer.

Op de eerste verdieping bevond zich een koetsierswoning en verschillende hooizolders.

Bewoners
Het chalet werd omstreeks 1893 gebouwd in opdracht van J.M. van Bosse, 1842-1912, lid van de directie van De Nederlandse Bank te Amsterdam. Hij was met zijn gezin ook de eerste bewoner en beschikte als één van de eerste Hilversummers over een telefoonaansluiting; in het adresboek van Hilversum van 1908 stond bij zijn naam vermeld: tel. 13.
Na 1912 wordt de naam van mevrouw P. J. Waller-de Kock (1856-1955, weduwe van H.J. Waller, 1841-1908) op het adres Jacobus Pennweg 20 vermeld, in elk geval tot en met 1935. Zij is bekend geworden als één van de twee schenkers van een stuk grond (haar ‘overtuin’) aan de Ceintuurbaan aan de gemeente Hilversum, onder het beding dat dit uitsluitend als hertenkamp of park in gebruik zal blijven.

Sloop van het chalet en koetshuis
De datum voor de sloop van het chalet aan de Jacobus Pennweg 20 is in het streekarchief niet direct te vinden. In 1938 en 1939 werden er op de kavel van Jacobus Pennweg 20 aan de kant van de Ceintuurbaan successievelijk de huidige woningen gebouwd en na de oorlog ook aan de kant van de Jac. Pennweg. Daarom moet worden aangenomen dat het imposante chalet en het bijbehorende koetshuis eind dertiger jaren van de 20e eeuw zijn afgebroken en hebben plaatsgemaakt voor thans liefst dertien ruime en moderne woningen.

Verantwoording:
Veel informatie en alle kaarten en bouwtekeningen zijn direct ofwel via de website www.gooienvechthistorisch.nl ontleend aan het Streekarchief Gooi en Vechtstreek,

November 2017, Henk Fijn van Draat

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén